Samenvatting:
Ik ben geboren in 1959, inmiddels 62 jaar. Opgegroeid in Haarlem met een 3 jaar oudere broer. Katholieke ouders, beiden uit een groot gezin. Een oorspronkelijk traditioneel gezin. Vader werkt, moeder is huisvrouw. Mijn moeder is op latere leeftijd alsnog gaan werken en wat progressiever geworden.
Na de Havo, op mijn 17e op kamers in Den Haag en naar de Middelbare Tuinbouwschool in Rijswijk. Getrouwd met Peter op mijn 19e. Kort in de tuinbouw gewerkt. Vervolgens overstap gemaakt naar kantoor en via (directie) Secretaresse naar de Marketing overgestapt.
Ik ben gescheiden op mijn 23e en direct een nieuwe relatie gestapt met Tijmen. Weer een overstap gemaakt in het werk, dit keer van de Marketing naar de IT. Het testen van software bleek uitstekend bij mij te passen en dat ben ik tientallen jaren blijven doen. Eerst als tester, daarna als testcoördinator en de laatste jaren als Scrum Master. Ik vond dat geweldig leuk om te doen, totdat mijn gezondheid het niet meer toe liet.
Als hobby’s had ik: reizen, sporten (af en toe een andere sport), tekenen/schilder en beeldhouwen.
Op mijn 36e ben ik de trotse moeder geworden van een dochter: Linda.
Op mijn 46e de relatie met Tijmen beëindigd. Mijn ouders waren inmiddels overleden (mijn moeder is op haar 67e gestorven aan een agressieve vorm van MS en mijn vader op 75-jarige leeftijd aan een hersenbloeding).
Rond mijn 50e verjaardag in 2009 mijn 3e grote liefde ontmoet, Marco. Een gescheiden vader met 3 kinderen. Met hem heb ik 10 jaar lang een LAT relatie, heen en weer tussen Landsmeer en Den Haag. In 2019 zijn we getrouwd en februari 2020 zijn we gaan samenwonen.
Sinds mijn 52e ben ik af en toe naar diverse yoga cursussen geweest, ademhalingsoefeningen, mediteren en stilte retraites. Ik was altijd snel gestrest, maar ik heb het gevoel dat ik door deze vormen van yoga daar wat minder last van heb. Een aantal jaren doe ik nu elke ochtend ademhalingsoefeningen en een korte meditatie.
Op 58-jarige leeftijd, in 2018 heb ik de diagnose gekregen dat ik de ziekte van Parkinson heb. Over de diagnose en de aanloop daartoe, zie deze pagina: https://www.moniquebosman.nl/de-diagnose/ Al veel jaren ervoor waren er diverse fysieke problemen welke achteraf goed te plaatsen zijn in het licht van deze Parkinson.
Ik heb het eerste halfjaar na de diagnose min of meer besteed om het nieuws te laten indalen en om een beetje research te doen wat de ziekte eigenlijk betekent. Bij de Parkinson Vereniging heb ik 3 cursussen gevolgd. Daarna ben ik gaan zoeken naar manieren om er mee om te gaan en hoe ik, ondanks dat er geen echte genezing mogelijk is, de voortgang zo veel als mogelijk af kan remmen. Ik heb daartoe diverse internet sites (zie: https://www.moniquebosman.nl/links/ ) en boeken geraadpleegd (zelfde pagina onder de linkjes). Ik beweeg zo veel als mogelijk (fietsen, bokstraining, joggen, dansen en yoga) en ik stel mijn gezondheid nu voorop en geef dat een hogere prioriteit dan mijn werk. Dat moet ik heel bewust doen, het luisteren naar mijn lijf en de energie van de dag is een uitdaging.
Ruim een half jaar na de diagnose, op basis van de ziekte wat minder uren gaan werken. Dat is geleidelijk aan steeds minder geworden. Najaar 2020 volledig afgekeurd. Helaas door Covid al een half jaar thuis werken en geen afscheid kunnen nemen van de collega’s. Vreemd einde na 41 jaar werken.
Het uitgebreide, lange levensverhaal:
Ik ben geboren in 1959 in een traditioneel gezin met een vader, moeder en een broertje van 2 jaar. De bevalling van mijn broer was een zeer lange, zware en risicovolle geweest. Mijn broer kwam blauw ter wereld. De bevalling van mij verliep vlotjes. Broer Peter was jaloers toen ik kwam. Ik was mij daar niet van bewust uiteraard.
Toen ik twee was, zijn wij verhuisd naar Haarlem. Mijn eerste herinnering is van dat moment. Ik zat in de kinderstoel met een boterham met hagelslag in de vensterbank. En zie mensen sjouwen met spullen. De tweede herinnering is dat mijn broer mij expres laat schrikken op weg naar de zolder en ik de trap af val. Hij voelt zich schuldig en ik mag in zijn bed liggen om bij te komen.
Ik heb verder een zeer geborgen en onbezorgde jeugd in gehad. Met de kleuterschool tegenover ons huis, waar ik op de eerste dag mijn hartsvriendin Veronique ontmoette. Wij zijn jarenlang ontzettend veel met elkaar opgetrokken, bijna als zusjes. We leken ook twee zusjes, allebei twee magere lange sprieten. Zij was een nakomertje en ik had veel ruzie met mijn broer. Ondanks dat mijn broer mij altijd erg kleineerde, had ik toch een basiszelfvertrouwen. Niet erg veel naar buiten toe, maar wel een eigenwaarde. En samen met Veronique stond ik sterk.
Op school, met sport en eigenlijk met alles rolde ik overal mee in de middenmoot. Toen Veronique ging verhuizen (5e klas lagere school) was dat in eerste instantie een ramp. Toch leerde ik nieuwe vriendinnen maken. En ik bleef contact met haar houden op een ander niveau en met een andere frequentie.
Mijn hobby’s zijn zeer verschillend geweest, steeds iets anders. Wel deed ik altijd iets aan sport. Heel lang klassiek ballet, daarna Volleybal en kajakken. Met mijn nichtje op zeilschool. Ik was nergens supergoed of fanatiek in, maar ik kon alles vrij gemakkelijk op een normaal niveau.
Op de middelbare school ging ik ook lekker mijn gangetje. Kon makkelijk leren en maakte me er ook makkelijk vanaf. Heb ook niet erg gepuberd. Af en toe een verliefdheid en af en toe een vriendje. Ik ging er echter steeds van uit dat het tijdelijk was en gaf mijzelf niet volledig, niet seksueel maar ook niet emotioneel. Ik was niet vroeg rijp, nog vrij naïef en onschuldig.Ik liet mijzelf wel lekker verliefd zijn, maar wist dat het een experimenteerfase was en dat ik de ‘ware’ nog moest ontmoeten. Ik was er echt van overtuigd dat die er was. Ik zou ook pas met degene naar bed gaan, met wie ik zou trouwen.
Mijn vader werkte op kantoor (calculator in de wegenbouw), erg plichtsgetrouw en eerlijk, maar niet ambitieus. Hij werkte fulltime en deed niet veel in huis, alleen klussen. Ook met ons trok hij op zoals een ouderwetse vader, wel vriendelijk en aanwezig, maar niet echt betrokken. Hij kon ook erg rechtlijnig zijn en knorrig. Mijn moeder: zij bewaarde de lieve vrede. Als er onenigheid was, suste zij de boel. Ze wilde het altijd leuk en gezellig hebben. Ze was een slimme en capabele vrouw. Ze was directrice van een huishoudschool toen ze trouwde. Als vrouwelijk ambtenaar betekende dat vanzelf ontslag (kun je je nu niet meer voorstellen). Ze werd huisvrouw en wachtte op de kindjes. Die zouden ze als vanzelf krijgen. Al heel progressief als sterk opgevoede katholieken, besloten ze dat 2 kinderen genoeg waren.
Tot mijn tienertijd hadden we het niet breed thuis. Ben dus opgevoed met redelijk zuinig aan doen. Mijn moeder was een echte huismoeder. Ze kon goed koken, naaide veel van mijn kleren, bakte taarten en zat met de thee klaar als we uit school kwamen. Ze was wel erg gefixeerd op het uiterlijk (nette kleren) zowel voor haarzelf als voor ons. Ik denk dat ze in haar hart ook eigenlijk jaloers was op mensen die het ‘gemaakt’ hadden. Aangezien mijn vader geen ambities had en niet hoger op de ladder klom, nam ze hem dat waarschijnlijk wel enigszins kwalijk.
De laatste jaren van mijn lagere school begon mijn moeder ’s avonds weer les te geven. Mijn vader paste dan op ons en bracht ons naar bed. Op de middelbare school ging ze ook overdag parttime werken. We kregen de huissleutel en zetten af en toe het eten op dat ze klaar had gezet. Voor mijn moeder kwam het werken er als taak gewoon bij, ze bleef het huishouden volledig regelen. Eigenlijk kon ze alles heel erg goed, moeilijk om in haar voetsporen te kunnen treden. Ze was een charmante vrouw en werd zelfs op latere leeftijd nog mannequin, liep op bruidshows op de catwalk als moeder van de bruid. Ook had zij altijd creatieve hobby’s, waaronder aquarel schilderen en niet onverdienstelijk.
Door haar werk kregen we het wat breder. Een tweede autootje, vaatwasser, verdere vakanties e.d.. Vakanties hadden we wel altijd gehad. Lekker kamperen, eerst in Nederland, later verder weg in Italië.
Mijn broer was vaak een echte klier en kon behoorlijk pesten. Ik piepen of huilen. Mijn ouders namen het dan voor mij op. Zo kreeg hij nog meer hekel aan mij. Hij vroeg steeds negatieve aandacht en ik was een vrij makkelijk en meegaand kind. Voorbeeldjes: mij enthousiast betrekken bij een paar ratjes als huisdieren. Na er eentje aan mij te hebben verkocht, hem na enkele dagen aan zijn fret levend opvoeren. Mij vlak voor het eten roepen om iets te komen bekijken: de ingewanden van een zojuist overleden waterschildpadje. Op de middelbare school deed mijn broer net of hij mij niet kende. Hij schaamde zich voor zijn stomme zus. Ik wist alleen wel, dat als het er echt om spande, hij me wel zou helpen.
Op zijn, voor mij onaardige gedrag, heb ik hem ooit aangesproken vlak na de dood van onze ouders. Hij wist daar niets meer van en moest er alleen een beetje om lachen. We hebben nooit een echte goede band gehad. Ik ben hem altijd blijven opzoeken, zelfs nadat hij naar het buitenland was verhuisd. Pas nadat ik de wens tot een beter band heb losgelaten, zoekt hij meer toenadering en belangstelling. Dat doet me toch wel goed.
Op 17 jarige leeftijd ben ik in Den Haag op kamers gaan wonen. Ik ging naar de Middelbare Tuinbouwschool in Rijswijk. De beroepskeuze ging vreemd vooral omdat mijn moeder inmiddels decaan was op een middelbare school: ik heb in een boek van haar alle opleidingen die bestonden doorgenomen en dit bleef over. Mijn ouders hebben mij daar helemaal vrij in gelaten. Voor mijn broer waren ze veel meer aan het sturen om hem te laten studeren.
Ik ben vervolgens zelf op kamerjacht gegaan en heb zelf besloten welke ik nam. Ik kreeg een vast bedrag per maand om alles van te doen. Dat ging prima. In de weekenden ging ik meestal naar huis, maar bleef en enkele keer in Den Haag. Ik heb toen echt geleerd om zelfstandig te zijn. Echt volwassen was ik nog allerminst.
Het tweede jaar op kamers leerde ik op een feestje Peter kennen. Ik werd verliefd, hij was het voor mij. Hij droeg mij op handen, schreef gedichten en was ook smoorverliefd. Hij was een kop kleiner dan ik, maar dat deerde ons niet. Ik dacht dat hij het voor de rest van mij leven zou zijn.
Na mijn examen trok ik bij hem in in zijn huisje in Wormerveer. Een paar maanden later zijn we getrouwd. Ik was nog pas 19 jaar.
Ik werkte bij de gemeente Haarlem in de plantsoenendienst en als schooltuinleidster. Lichamelijk was het echter erg zwaar en ik zag mijzelf dit geen jaren volhouden. Rigoureus het roer omgegooid en gesolliciteerd naar secretaressebaantjes. Dat lukte, ik kreeg werk bij een bank in Amstelveen.
Ik was toen zeer gelukkig getrouwd. Ik vond het leven van Peter erg interessant, met zijn eigen huis, katten, vakanties in Frankrijk, werk als journalist en met zijn vrienden. Hij was 10 jaar ouder (zijn vrienden ook) en had zijn leven volledig ingericht. Ik ging daar volledig in mee en dacht niet aan eigen vriendinnen.
Tijdens de introductiecursus bij de bank leerde ik Tijmen kennen. Hij vond het verbazingwekkend dat ik getrouwd was, het idee alleen al benauwde hem. Hij kende alleen ongelukkige huwelijken. Ik hield een pleidooi voor het huwelijk en schetste hoe gelukkig ik er mee was.
Ik ging carrière maken d.m.v. avondopleidingen. We verhuisden van Peters kleine huisje naar een ruime hoekwoning in Avenhorn. Veranderde van baan binnen de bank: de Marketing in. Ging door met opleidingen. Die volgde ik aan de VU in Amsterdam. Ik at dan in de Mensa. Daar kwam ik vaak Tijmen tegen. Die at daar ook, gewoon omdat hij nooit zelf kookte. We hebben elkaar daar toen beter leren kennen. Ik vond hem zeer sympathiek, hij was de broer die ik altijd had willen hebben. Hij kwam bij Peter en mij op visite. Hij vond dat wij leefden als mensen van 40, zo gesetteld.
Drie jaar na ons huwelijk werd ik ongelukkig en eenzaam. Ik was in Peters leven en manier van denken gestapt en wist niet meer wat ik zelf wilde. Hij was al volwassen toen we elkaar leerden kennen en ik nog niet. Ik werd het nu en voelde dat er iets moest veranderen. Ik heb er een jaar mee rondgelopen en geprobeerd het bespreekbaar te maken met Peter. Hij wilde echter niets veranderen. Na een jaar wilde ik eigenlijk scheiden en zat ik zo in de knoop (had het aan niemand verteld), dat ik op een cursus een keer uithuilde bij een collega. Dat was een goede vriend van Tijmen. Tijmen bleek inmiddels verliefd te zijn op mij en werd ingeseind door zijn vriend dat ik huwelijksproblemen had.
Hij gaf mij aandacht en ik ging voor de bijl. Ik nam wel de eerste stap om een echt afspraakje te maken, waarbij ook andere collega’s mee zouden gaan. Uiteindelijk kwamen die niet mee en gingen we samen uit. Ik voelde mij wel heel schuldig tegenover Peter.
Dit gaf mij wel de moed om toch te durven scheiden. Ondanks dat ik eerst op mijzelf wilde wonen, is dat niet gelukt. Ik huurde wel een kamer in Amsterdam, maar trok praktisch gezien vrijwel direct bij Tijmen in die daar vlakbij woonde. De begintijd samen was verwarrend, verdriet om de scheiding en tegelijk nieuwe liefde liepen door elkaar heen.
De scheiding en het direct hebben van een nieuwe vriend, is bij mijn ouders zeer verkeerd gevallen. Het betekende een tijdelijke breuk met mijn ouders. Ze veroordeelden mijn handelen. Ik kon me dat goed voorstellen. Ze mochten zich zorgen maken, ze mochten twijfels hebben over mijn beslissingen en er een eigen mening op na houden. Toch vind ik dat ze mijn beslissing moesten accepteren, het was mijn leven.
We hebben enkele maanden geen contact gehad. Ik leed daar wel onder. Ik had tenslotte altijd op mijn moeder kunnen bouwen en vertrouwen.
Tijmen heeft uiteindelijk de eerste stap gezet. Hij heeft hen gebeld en gezet dat we weer met elkaar moesten praten. We zijn er gewoon weer naartoe gegaan en hebben de draad weer opgepakt zonder er veel over te zeggen. Pas jaren later hebben mijn moeder en ik het echt kunnen uitpraten.
Vele jaren lang waren Tijmen en ik erg gelukkig. Heel veel samen gedaan in de vrije tijd, fantastische reizen gemaakt. Ook konden we lekker lui thuis samen niks doen. Regelmatig iets afspreken of ondernemen met vrienden samen. Ik zorgde er dit keer wel voor dat ik ook mijn eigen vriendinnen niet verwaarloosde en sprak regelmatig men hen iets af.
Wel hadden we af en toe woorden over het niet attent zijn van Tijmen. Hij is daar zeer slecht in. Dan bedoel ik, het onthouden van verjaardagen, kopen van een cadeautje, zeggen dat hij van je houdt en dergelijke.
Op het gebied van werk: minder ambitieus geworden. Gewoon lekker werken was goed genoeg. Na verloop van tijd stond de marketing me een beetje tegen. Ik ben toen uitzendwerk gaan doen. Ik heb nooit echt geweten wat ik wilde worden, dat heb ik altijd als een gemis ervaren. Toen ook weer.
De eerste uitzendbaan leidde weer tot een nieuwe loopbaan, in de IT. Via secretaresse en applicatiebeheerder bij Reuter naar de SVB als Secretaris van een groot IT project, tot tester in dat project.
Na 6 jaar in Amsterdam gewoond te hebben, zijn we verhuisd naar Landsmeer (we waren inmiddels 29). Ik heb het initiatief genomen om een koopwoning te zoeken. Ook deed ik de voorselectie. Pas als ik het na een eerste bezichtiging iets vond, ging Tijmen mee. Ik had iets in mijn achterhoofd van “als we straks aan kinderen toe zijn, moet het qua woning in ieder geval kunnen”. Ik weet niet of ik dit ook heb uitgesproken.
In het begin wilden we allebei nog geen kinderen, we dachten “over een paar jaar wel”. Toen ik 32 was begon ik te beseffen dat de tijd begon te dringen. En inmiddels wist ik dat ik het wel wilde. We hebben er 3 jaar over gediscussieerd. Dat ging moeizaam omdat Tijmen het als mijn probleem zag. Uiteindelijk heeft hij ingestemd met de afspraak dat de verzorging vooral op mij neer zou komen.
Sinds Linda er was, ben ik in de eerste plaats moeder geweest. Zij kwam eerst, dan pas ik en dan pas Tijmen. Tegen vrienden schetste ik het wel eens als “een alleenstaande moeder met een minnaar over de vloer”.
Drie maanden na de geboorte van Linda, is mijn moeder overleden. Dat ging op een nogal traumatische wijze. Ze had een agressieve vorm van MS, waarbij ze in 2 jaar tijd 3 ernstige aanvallen kreeg. De eerste twee keer een halfzijdige tijdelijke verlamming en de derde keer een volledige en blijvende verlamming vanaf de nek. Er was geen verbetering mogelijk en ze leed ondraaglijk, daarom heeft zij gekozen voor euthanasie. Het was goed dat dat mogelijk was maar ook erg moeilijk. Mijn broer heeft toen overigens nauwelijks een rol gespeeld. Ik heb vrijwel alles geregeld en ben tot steun geweest van mijn vader. Een jaar later heb ik hiervoor een paar sessies bij een psychologe gehad, ter verwerking, omdat ik dat had weggedrukt.
Ik was na de geboorte van Linda parttime gaan werken, 3 dagen. In de IT ging het zo goed, dat ik op aanraden van Tijmen ben gaan freelancen. Ik heb dit gedaan toen Linda 2 jaar was. Tijmen ging toen 4 dagen werken en ik ook. Met 3 dagen gastouderopvang, bij een fantastische gastouder in Landsmeer, ging dat prima. Het was alleen wel een zware belasting. Thuis alles draaiende houden, concentreren op het werk en een goede moeder zijn.
Financieel ging het voor de wind (ook door een erfenis voor Tijmen) dus konden we de altijd gekoesterde wens, een vrijstaand huis, eindelijk verwezenlijken in Den Ilp. Ook dit keer deed ik het zoekwerk naar geschikte huizen en de voorbezichtiging. Waarom? Geen idee. Op een of andere manier kom ik altijd eerder in actie. Het is ook mijn manier van reageren. Iets doen.
Toen we hier eenmaal woonden was ik zeer ambivalent in mijn gevoelens. Blij met alles wat we hadden bereikt. Maar ook iets van, nu heb ik alles wat ik wilde, nu is er niet meer iets om naar toe te werken. En ook: is dit het nu voor de rest van mijn leven, en wil ik dat wel? Wellicht komt dit tegelijk met de levensfase van in de veertig: als je nog iets wilt doen, moet je het wel nu doen. Vreemd, want ik heb helemaal geen plannen/wensen.
Ik denk dat het komt omdat ik mijn hele leven een verwachtingsvolle houding had t.o.v. de toekomst. De wereld aan mogelijkheden lag nog voor mij open, nu ligt er heel veel vast. Is dit de beruchte midlifecrisis?
Ondertussen ging de taakverdeling thuis mij irriteren. Vooral een keer op vakantie. Er knakte iets in mij toen Tijmen van mij verwachtte dat ik met de hand de badlakens ging wassen en ik het nog deed ook. Ik wilde de vakantie niet verpesten, maar nam mij voor om de scheve verdeling te gaan bespreken. Uiteindelijk heeft dat nog een half jaar geduurd. Waarom zo lang? Ik vond de weg om dingen zelf te doen, makkelijker dan het aangaan van het gevecht. Ook uit elkaar gaan overwoog ik, omdat dat ook makkelijker leek dan de confrontatie.
Na het aangaan van de discussie en herverdeling, bleek dat we beiden toch nog veel irritaties hadden. Alleen de ongelijke taakverdeling was het probleem dus niet. Hoe nu tot een verbetering te komen wisten we niet. We hebben een poging gedaan tot relatie therapie. Uiteindelijk kwamen we tot de conclusie dat we onze relatie een 6-min als cijfer gaven. Vrienden/huisgenoten, maar geen partners meer, er was ook geen passie meer. We gunden elkaar een kans op nieuwe liefde, dus gingen we uit elkaar na 23 jaar samen.
Linda vertellen dat we gingen scheiden, is het moeilijkste dat ik ooit heb moeten doen. Ze was uiteraard boos en verdrietig maar pakte het toch erg goed op. Ze stelde vragen over wonen en vakanties en dergelijke. Ze zag er ook voordelen in en begon meteen voorstellen te doen om de spullen te verdelen.
We hebben het huis te koop gezet en ik ben voor een jaar in een huurhuis in Leusden gaan wonen samen met Linda, waar ik inmiddels werkte in een vaste baan. Als alleenstaande moeder wilde ik wat meer zekerheid. Tijmen betaalde alimentatie voor Linda maar niet voor mij, dat hadden we altijd al zo afgesproken. Ook bleef uiteraard de erfenis van Tijmen, van hemzelf.
Linda ging 1x per twee weken een weekend naar Tijmen. Ik bracht en haalde haar vanuit Leusden naar Den Ilp.
Na de verkoop van het huis, zou Tijmen naar Thailand emigreren. Toen kreeg hij echter een baan in Amsterdam en heeft hij een kleiner huis in Landsmeer gekocht. Het brengen en halen werd me wat veel en ook was het voor Linda niet fijn als ze moest kiezen tussen een feestje of een volleybal wedstrijd of naar haar vader gaan.
Na overleg met Tijmen en Linda en na aflopen van het jaarcontract van de huur, heb ik een huis gekocht bij Tijmen om de hoek in Landsmeer. Zo kon Linda zelf makkelijk naar haar vader en was haar leven weer 1 geheel met vriendinnen en dergelijke. Ze was er erg blij mee.
Gelukkig kon ik in dienst bij een bedrijf dichtbij, in Diemen. We hadden het prima met ons tweetjes, Linda en ik. Met Tijmen ben ik goed bevriend gebleven. We zijn goede ex-genoten. Linda vond ook dat het zo veel beter was.
Vier jaar na de echtscheiding leerde ik op een feest van vrienden (stel dat 50 jaar werd) Marco kennen. Die vrienden wilden ons aan elkaar koppelen en dat is dus gelukt. Hij en ik werden ook rond dat moment 50. Binnen de kortste keren was ik verliefd op hem, daarbij voelde ik me meer 15 dan 50. Hij werd gelukkig ook verliefd op mij. Hij woont in Den Haag, met 3 kinderen waarvan er op dat moment 2 bij hem woonden. We wilden allebei ons kind/kinderen in de middelbare school leeftijd niet verplaatsen. Dus startten we een LAT relatie in de weekenden. Dat is 10,5 jaar zo gebleven. We hebben mooie dates op vakanties en in het weekend gehad met een incidenteel tussendoortje doordeweeks. Ik heb het bij moment wel erg moeilijk gehad met de afstand en het doordeweeks alleen zijn. Marco heeft me daar altijd goed doorheen geholpen. Hij heeft daarin ongelooflijk veel geduld. Op ons 8 jarig jubileum van onze relatie heb ik Marco gevraagd of hij met mij wilde trouwen op ons 10 jarig jubileum. Hij moest daar goed over nadenken maar wilde dat wel. Een half jaar later kreeg ik de diagnose Parkinson. Het eerste wat ik vroeg, was of hij nog wel met mij durfde verder gaan en nog steeds wilde trouwen. Ja, dat wilde hij nog steeds, gelukkig.
Sinds mijn 52e ben ik af en toe naar cursussen geweest van de Art Of Living, op aanraden van Veronique. Hier heb ik ademhalingsoefeningen geleerd, leren mediteren en ben ik zelfs op stilte retraites geweest. Ik was altijd snel gestrest, maar ik heb het gevoel dat ik door deze vormen van yoga daar wat minder last van heb. Een aantal jaren doe ik nu elke ochtend een half uurtje ademhalingsoefeningen en een korte meditatie. Als ik dat bij uitzondering oversla, mis ik dat direct.
In september 2019 vierden Marco en ik een 4 dubbel feest: allebei 60, 10 jaar een relatie en wij gingen trouwen. Dat alles op exact dezelfde plek als we elkaar ontmoet hebben: in de tuin van die vrienden. Het was een romantische, ontroerende, gezellige, fantastische dag. Het begon met stortregens. De gasten moesten schuilen onder de neergezette tenten. Maar tijdens de plechtigheid was het droog en tijdens de trouwceremonie brak de zon door.
Het gelukkige bruidspaar
Mijn dochter ging in april 2019 het huis uit en Marco’s jongste is in februari 2020 uitgevlogen. Met hulp van Linda en Marco heb ik mijn huis leeg geruimd (alleen redde ik dat niet) en geschikt gemaakt. In februari 2020 bij Marco in getrokken. Dat was een paar weken voor de Covid lockdown. Dus het was direct enorm veel tijd samen doorbrengen. Gelukkig beviel dit uitstekend.
Ik werkte sinds eind 2018 steeds iets minder uren, reden was de verminderde energie en de diverse symptomen en het tegelijkertijd meer moeten bewegen/sporten om diezelfde symptomen terug te dringen. Een lastig parket om evenwicht in te vinden. En elke dag weer anders. Najaar 2020 volgde de keuring en 100 afkeuring door het UWV. Sinds maart werkte ik thuis wegens Covid en ook kon er geen afscheid genomen worden. Het als een nachtkaarsje uitgaan van mijn werkzame leven voelt zeer onbevredigend. Gelukkig is daar vrijwilligerswerk voor de Parkinson Vereniging voor in de plaats gekomen. Dat geeft weer moed, houvast en voldoening. Een hele nieuwe carrière.
Het grootste avontuur van ons leven is begonnen, samen leven en samen omgaan met de gevolgen van mijn Parkinson. Ik probeer zo goed mogelijk aan mijn lieve Marco uit te leggen wat er in mij en met mij gebeurt. Ik geef hem kans en de ruimte om hem te laten helpen waar dat kan en om hulp te vragen van buiten, waar dat nodig is. En ga zo actief als mogelijk te zijn om mijn vaardigheden zo lang mogelijk te behouden.
Wat hobby’s en sport betreft:
Als tiener heb ik fanatiek getraind in het kajakken. Na een blessure is dat op recreatief niveau gekomen. Verder heb ik altijd wel gesport: volleybal, badminton, tennis en hardlopen. Wel met pieken en dalen. Voor het in toom houden van de Parkinson symptomen vol ik nu specifieke trainingen (boksen en dansen). Ik heb ook nog wat creatieve periodes gekend met tekenen en schilderen en beeldhouwen. Dat laatste ben ik nu voorzichtig weer aan het oppakken. Om grip te krijgen op de Parkinson in mijn leven en het houden van overzicht, maak ik deze site en doe ik daarnaast mee aan diverse onderzoeken. Zie https://www.moniquebosman.nl/proefkonijn/